Op Bonaire doen ze er veel aan om de natuur zoveel mogelijk intact te houden en om deze te beschermen tegen alle mogelijke gevaren. Als gevolg hiervan is een redelijk deel van het eiland omgetoverd tot een beschermd natuurgebied. Mooie voorbeelden hiervan zijn het Bonaire National Marine Park (de wateren rond Bonaire en Klein Bonaire), Lac en het Washington Slagbaai Nationaal Park. Daarnaast is het ook niet toegestaan om een groot deel van de gebieden rondom de zoutmeren en zoutwinning te betreden.
Het Washington Slagbaai Nationaal Park is het grootste en oudste nationale park van Caribisch Nederland. Al in 1969 werd dit enorme natuurgebied als Nationaal Park ingesteld. In totaal is hier ruim 56 vierkante kilometer aan beschermd park, waar je een groot deel van de dieren en planten die op Bonaire voorkomen kunt aantreffen. Denk hierbij aan leguanen, hagedissen, papegaaien, flamingo’s, parkieten en een grote verscheidenheid aan andere vogels en reptielen.
Het Washington Slagbaai Nationaal Park is alle dagen van het jaar geopend van 8:00 tot 17:00 uur. Indien er noodweer voorspeld wordt of er andere bijzondere omstandigheden zijn dan kan besloten worden het park tijdelijk te sluiten. De laatste toegang tot het park is 14:30 uur, zodat er voldoende tijd is om uiterlijk 17:00 uur het park weer te verlaten. De meeste bezoekers kiezen ervoor om vrij vroeg in de ochtend het park al binnen te gaan. Op die manier heb je ruim de tijd om op z’n tijd te stoppen om te wandelen, iets te bezichtigen of om te snorkelen of duiken.
De entree ligt aan de zuidoostelijke kant van het park, op ongeveer tien autominuten van Rincon. Deze enige entree tot het Washington Slagbaai Nationaal Park is tevens de uitgang. Je begint en eindigt dus altijd bij het bezoekerscentrum.
De entreeprijs bedraagt 40 dollar per persoon per kalenderjaar. Als je één keer hebt betaald, dan hoef je de rest van het jaar niet opnieuw te betalen om weer naar binnen te mogen. Zo kun je later een keer terugkomen om te snorkelen, te duiken of om de Brandaris te beklimmen. Het is de Stichting Nationale Parken Bonaire (STINAPA) die het park beheert en die de entreegelden heft. Als je een STINAPA E-ticket hebt, dan hoef je geen entree te betalen.
Als je de entreeprijs van 40 dollar betaalt, dan ontvang je automatisch de STINAPA Nature Tag. Hiermee mag je vrijwel de gehele onderwaterwereld van Bonaire betreden om te zwemmen, snorkelen, duiken, kajakken of surfen, zowel rond de kust als in Lac.
Eenmaal binnen dan kun je kiezen uit twee routes, die elkaar deels overlappen: de korte route en de lange route. De korte route is 24 kilometer lang en kost je minstens 1,5 uur aan pure rijtijd. De lange route telt 34 kilometer, waar je bij normale snelheden minstens 2,5 uur over doet. Beide routes staan door middel van bordjes aangegeven. Ook ontvang je bij het bezoekerscentrum een duidelijk plattegrondje met daarop informatie over het park. De twee routes beginnen bij dit bezoekerscentrum. Beide routes bestaan uit onverharde wegen, met soms een enkel stukje (maximaal een meter of tien tot twintig) verharde weg. Een 4×4 auto (pick-up of jeep) is aangeraden om door het park te rijden. Met een normale auto is het mogelijk, maar bestaat de kans op schade. Met een motor, scooter of quad mag je het Washington Slagbaai Nationaal Park niet binnen. Behalve een auto is de fiets het enige andere vervoermiddel dat wel toegestaan is.
De lange route volgt grotendeels het kustgebied. Vanaf Boka & Saliña Slagbaai ga je alleen nog maar landinwaarts. De lange route heeft een officiële lengte van 34 kilometer, maar als je overal waar je kunt even afslaat om de verschillende plekjes te ontdekken dan kom je op ruim veertig kilometer uit. De lange route brengt je achtereenvolgens langs Saliña Matijs, Playa Chikutu, Boca Chikutu, de Suplado Blowhole, Seru Grandi, Boka Kokolishi, de vuurtoren, waterbron Pos Mangel, de ruïne bij Malmok, Saliña Bartol, verschillende duik- en snorkelplekken en Boka & Saliña Slagbaai. De meest populaire snorkel- en duikspots zijn Wayaka 2 en Boka Slagbaai. Dit zijn mooie plekken om de onderwaterwereld van Bonaire te ontdekken. Als je geluk hebt kun je behalve vis en koraal ook nog zeeschildpadden spotten.
De korte route gaat ook eerst langs langs Saliña Matijs. Daarna ga je met de bocht mee naar links in plaats dat je rechts afslaat voor de lange route. De korte route brengt je dan al vrij snel aan het begin van de wandelroute van de Brandaris. Met een hoogte van 241 meter is dit de hoogste berg van Bonaire. De enige manier om van het fraaie uitzicht te genieten is door naar boven te wandelen en te klimmen. De Brandaris heeft een vulkanische oorsprong, waardoor je een groot deel kunt wandelen maar ook deels over rotsen moet klimmen. De totale tocht (heen en weer terug) duurt twee tot drie uur en vereist naast een goede conditie ook goede wandelschoenen. Neem ook voldoende water en eventueel iets te eten mee. Je moet voor 12:00 uur aan de tocht begonnen zijn om ook weer op tijd terug te zijn. De meeste beklimmers van de Brandaris zorgen dat ze net na achten al het l Washington Slagbaai Nationaal Park binnen zijn zodat ze voor 9 uur aan de tocht kunnen beginnen. Hiermee kun je de ergste hitte een beetje proberen te ontlopen.
De korte route brengt je na de Brandaris bij Pos Bronswinkel, een zoetwaterbron waar je vogels en reptielen kunt spotten. Daarna rijd je richting de Wayaka snorkel- en duikspots. De route loopt dan verder gelijk met de lange route.